Uit De Standaard 08/11/07
Ik beken: ik kan volstrekt niet meer volgen. Dus als iemand mij wil helpen: waarom precies moet ik nu weer aandacht besteden aan de taalstrijd rond de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde, die Emerson, Lake & Palmer van de politieke problemen in dit land? En hoe kan/zal die splitsing het leven ter hoogte van pakweg Kortrijk, Gent, Deinze, Lokeren of Antwerpen nu weer in gunstige zin beïnvloeden? En waarom is dit een regeringscrisis of - de hemelen verhoeden het! - het uiteenvallen van het goed boerend Europese kmo'tje dat wij kennen als België waard? Voor zover ik het nog kan vatten en inschatten is BHV een probleem van hooguit enkele duizenden Vlamingen in de rand rond Brussel waar sommige politici, de N-VA op kop, een symbooldossier van hebben gemaakt. Terwijl er pakweg honderd keer meer Vlamingen zijn die graag een joint mogen opsteken maar nog steeds op een deugdelijke softdrugregeling zitten te wachten. Er zijn duizend keer meer Vlamingen die een oplossing voor het fileprobleem verwachten. Er zijn miljoenen Vlamingen die bezorgd zijn om de sociale zekerheid.
Terwijl sommigen onder u alvast op hun hoge poten zijn gaan staan om een lezersbrief te sturen, leg ik even uit wat mijn standpunt is.
Eerst en vooral: mensen spreken de taal van hun keuze. Punt. Als er veel Frans wordt gesproken in de rand rond Brussel, dan betekent dat volgens mij in de eerste plaats dat er veel mensen in die rand Frans wensen te spreken. Klinkt simpel, maar uit ervaring weet ik dat faciliteiten, taalwetten noch taalgrenzen niemand kunnen of zullen tegenhouden om Frans te praten als hij of zij dat wil. Of om Nederlands te praten als hij of zij dat wil. Of Turks of Marokkaans.
Ten tweede: met die taalzuiverheid moeten wij hier in het Vlaamse landsgedeelte niet te hoog oplopen. Men hoeft maar eender welke Vlaamse zender aan te knippen om te horen hoe de moerstaal geweld wordt aangedaan. De 'ik heb zoiets van's' en 'naar de toekomst toe's' - om slechts twee van de meest zurig ruikende taalveesten te noemen - vliegen ons om de oren, zowel uit de onwelriekende bek die wij kennen als de volksmond, als uit de mond van politici, sportlui, artiesten en andere pilaren van de Vlaamse samenleving. Hoe zurig ruiken ze? Stel u een punt Brie voor, die in augustus, bij 38°, op het dashboard van een auto werd achtergelaten, een auto die een uur of zes in de blakende zon werd geparkeerd. Dan trek je het portier open en wat je dan ruikt: dàt is de geur van bovenvermelde taalveesten.
Overigens, wat die taalzuiverheid betreft: Bart De Wever had twee jaar geleden dubbel zoveel fouten als ik (ik had er 19) in het Groot Dictee Der Nederlandse Taal. Ném!
Allebei mijn grootvaders hebben in alle twee de wereldoorlogen gevochten. Leon, mijn opa langs vaders zijde, lag als 17-jarige 'aan de IJzer' waar hij inderdaad bevelen in het Frans kreeg. Een feit dat dikwijls wordt aangehaald om de schandalige onderdrukking der Vlamingen in dat tijdsgewricht te onderstrepen. Wel, het legendarische zinnetje 'Et pour les Flamands, la même chose...' heeft opa Leon in de loopgraven rond Ieper nog daadwerkelijk te horen gekregen. Maar nooit heb ik hem daarover horen foeteren. Voor hem was dat een detail. Duitsers die uw kloten er proberen af te schieten is blijkbaar een ervaring die een mens leert om een en ander in het juiste perspectief te zien. Het waren tenslotte de moffen die het op zijn leven hadden gemunt, niet de Franssprekende officieren. . Opa Leon had drie kogelgaten in zijn machtige lijf en het waren geen Franssprekenden die op hem hadden geschoten, maar Duitsers. Jarenlang weigerde hij Duitse producten te eten of drinken, over Franstaligen heb ik hem nooit horen klagen. (pdw)
vrijdag, november 09, 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
7 opmerkingen:
Pdw, de typische ich habe es gewusst figuur en hoe.
Maar ik heb zo iets van wat is hij daar mee naar de toekomst toe.
Ik kan ook echt niets bedenken waarin deze lieden mijn stem vertegenwoordigen. Ik geneer me te pletter voor hun "wij zeggen wat u denkt"-strategie. Dat ze artificieel mijn verontwaardiging willen uitlokken, vind ik schandelijk.
Ik heb toch zoiets van we gaan er voor, we geven er een lap op, in mensentaal: we doen voor een stuk ons ding naar de man in de straat toe, we zien wel waar we komen, splitsen die handel!
Zo, nu dat achter de rug is, ter zake: ook mijn opa Leon heeft aan het front gevochten. Geen kogelgaten in zijn torso naderhand, maar hij heeft er wel een
Duits ridderkruis aan overgehouden.
Een écht, dat wil zeggen, eentje van vòòr de jaren dat Hitler ze met miljoenen tegelijk liet drukken om er het kanonnenvlees mee zoet te houden dat in zijn naam Europa in brand stak en daar niet zelden zelf het leven bij inschoot. Probeer overigens maar eens "dulce et decorum est" te zeggen met een weggeschoten onderkaak, maar dit terzijde.
Zoals Bart De Wever goed weet, was zo'n Ijzeren Kruis dan ook de droom van sommige Vlamingen, alleen hoefde mijn pé er niet eens voor te collaboreren: het was zijn eigen gulden spoor, naar ik vermoed postuum geplukt van de bast van een mof die in net hetzelfde schuitje zat als hij, maar net iets trager reageerde, of wat minder geluk had.
À la guerre comme à la guerre, om in de sfeer te blijven.
Iets anders dat hij mee terug genomen heeft, is een rudimentaire maar onuitwisbare kennis van het Franstalig militair jargon, waar hij - ook daar zit de wondere werking van het geheugen vast voor iets tussen - tot op zéér krasse leeftijd de familiefeesten mee animeerde. Niet slecht voor een schrijnwerker. Op het laatst vergat Leon zijn eigen naam, maar de Franstalige marsbevelen rolden er zò uit. Informatief én entertainend, en zo was die hele kloteoorlog toch nog érgens goed voor.
Ergens anders in het kreupelhout van mijn stamboom bevindt zich ene Firmin. Activist, journalist en wat al niet... Grootnonkel Firmin, zoals ik hem maar zal noemen, was het heertje. Een kast ineentimmeren kon hij niet, maar toch. Ook hij lag aan het front en kreeg er Frans te horen. Helaas verteerde hij die herinnering iets minder goed - In plaats van familiefeesten op te leuken, bestookte hij zijn familieleden tot in zijn laatste levensdagen vanop zijn onderduikadres met warrige pamfletten over wat voor vreselijk onrecht hem en met hem alle Vlamen in het verleden was berokkend, en hoe blij hij was nog ééns per jaar ongehinderd de lof van zijn volksaard en zijn zuiver bloed te kunnen bezingen op een Westhoekse weide. Zijn onherroepelijk verbitterde geest leverde onbehaaglijke lectuur op, die ik pas tientallen jaren later onder ogen kreeg. Nee, dan liever opa Leons Baldrickeske flauwekul als "Debout!" -"Waar zijn uw skoen en uw getten naartout!"
"Ik woon in oorlogsgebied: Wezenbeek-Oppem". Geloof het of niet, maar dit kwam uit de mond van een NV-A militant op een of andere bijeenkomst waar De Wever hartstochtelijk werd toegejuicht door ouden van dagen, partijpartizanen en een combinatie van de twee voorgaande groepen. Het was te zien op het VRT journaal, vorige week. Om stil van te worden.
Eén en ander wordt hier in een jammerlijk foutief perspectief gezet...
Nee, verdomme, ik moet ook niet hebben van Bart De Wever. En nog veel minder van VB'ers, ik mag doodvallen op de dag dat ik daar - zelfs per ongeluk - wat mee te maken zou hebben!
Ja, ik heb ook de pest aan "ik heb zoiets van". En aan "zo'n" waar dat "zulke" had moeten zijn. En aan "noemen" waar dat "heten" had moeten zijn. Maar daar gaat het hier niet over!
Mijn grootvader heeft ook nog op het strijdtoneel rondgezwalpt. En ook hij moest maar Frans verstaan. Hij had overigens Moortgat als burgemeester en moest dus goed uitkijken wat hij zei. Maar ook dàt zal mij allemaal worst wezen! Laat de geschiedenisboekjes nu maar voor wat ze zijn, 't is vandaag wat telt!
En wat maak ik mee? Dat ik in Vlaams-Brabant hoe langer hoe meer uitgescholden word voor fascist, nazist, oorlogsverklaarder als ik nog maar één Nederlandstalig woord durf te uiten! Nog maar "goeiedag" zeggen waar dat blijkbaar "bonjour" hoort te zijn!
Nee, jongens, dat pik ik niet. Ik vind dat ik van enig fascisme van de andere kant van de taalgrens mag getuigen, als ik dat allemaal moet meemaken! Als mijn taal niet meer verdragen wordt en het Frans de absolute heerschappij heeft!
Ik spreek grààg Frans! Héél graag! Ik ga graag naar Wallonië op vakantie! De Waalse trappisten zijn verdòmd lekker! Maar dring het mij godverdomme niet op! Kom mij niet vertellen dat ik, Vlaming, een achterlijke zeiker ben met een minderwaardige cultuur (als ik die, volgens sommigen, al heb)!
Maak mij niet belachelijk, quoi! Ik spreek Nederlands, ja, so what? Is daar iets mis mee? Wat is jouw probleem eigenlijk? O, jij leert geen Nederlands? Tja, da's jammer voor jou, niet? Wie is hier eigenlijk de idioot?
Beeld je nu eens in dat men in Beringen een burgemeester krijgt die zijn gemeenteraad in het Arabisch voert, waar gaan we dàn naartoe? Of in Vilvoorde in het Spaans!
In Vlaanderen moet je Nederlands kennen, als je in de politiek wil, is dat zò'n belachelijke regel? Geen Frans, geen Turks, geen Marokkaans, geen Duits, geen Engels, geen Spaans, maar Nederlands, niks anders! Om de zaken niet nodeloos ingewikkeld te maken. Want onze taal is nù reeds weinig homogeen (getuige daarvan pdw's column), wat moeten we daar nog eens met vreemde talen bij beginnen?
Brus-sel Hal-le Vil-voor-de
Voilà 't is gesplitst, was dat nu zo moeilijk?
PDW, het zal je vast plezieren dat NVA-onderhandelaar Peumans een fervent voorstander is van de legalisering van softdrugs. Ik verdenk 'm er zelfs van dat hij er af en toe eentje opsteekt. Maar laten we dat vooral stilhouden. Niemand is gebaat bij nuance. Toch?
Een reactie posten