dinsdag, maart 27, 2007

A brief history of disbelief (part 1)

Uitstekende BBC4 documentaire (duurt ongeveer een uur), die men op alle scholen te lande zou moeten laten zien.



Online Videos by Veoh.com

vrijdag, maart 16, 2007

Klamme Dweilen

(uit De Standaard 15/03/07)


Voor het eerst, zo las ik gisteren in de krant, zitten meer dan tienduizend mensen in de Belgische gevangenissen. Terwijl er eigenlijk maar plaats is voor 8311 gedetineerden.
Dat valt best mee, was het enige wat ik hierbij kon denken. De gevangenen zitten dus wat dicht op elkaar. Ik kan niet zeggen dat mijn hart bloedt. Nergens staat geschreven dat een gevangenis ruim moet zitten. Vergis u niet: ik ben niet iemand die van mening is dat onze gevangenissen ‘luxehotels’ zijn. Au contraire. Ik heb namelijk Leuven-Centraal (twee keer), Brugge (twee keer), De Nieuwe Wandeling (zes keer) en Verviers (één keer) vanbinnen gezien en ik geef u op een briefje: u wilt er geen kamer boeken. Aangezien er zich opnieuw een unieke kans aanbiedt om u te vergissen vertel ik er snel bij dat het hier telkens om een heel kort verblijf van enkele uren ging, aangezien ik er op bezoek was met Skyblasters (vijf keer) en Brendan Croker (zes keer) om de gedetineerden wat muzikaal vertier aan te bieden. Mijn strafblad is voorlopig nog altijd even maagdelijk als het triathlonpalmares van Jean-Luc Dehaene, laat hier geen verwarring over bestaan.

Ik heb heel wat geleerd uit die bezoeken. Dat gevangenisbewaarder een erg onderschatte job is bijvoorbeeld. Men moet uit bijzonder hout gesneden zijn om dit werk alle dagen aan te kunnen. De psychische druk is enorm. Het is dan ook in de eerste plaats voor het gevangenispersoneel dat er dringend iets aan de overbevolking moet worden gedaan. Overbevolking zorgt voor stress onder de gedetineerden, wat het werk van de cipiers nog moeilijker maakt dan het al is.

Onze gevangenissen zijn absoluut geen luxehotels. Wie dat durft beweren is volgens mij niet het meest bruisende drankje in de ijskast of het scherpste mes in de lade. Dom, is het woord dat ik zocht. Om dat in te zien hoeft men niet eens een gevangenis te hebben bezocht. Het helpt, maar het hoeft niet. Gevangenissen dienen om de maatschappij te beschermen, niet om zijn gram te halen en wraak te nemen. Jazeker krijgen misdadigers er voedsel, onderdak, werkgelegenheid en occasioneel entertainment. Jazeker mogen misdadigers er sporten en naar de televisie kijken. Het woord dat zich nu naar voren wurmt als was het Margriet Hermans nadat iemand op een Open-VLD congres had gevraagd ‘Wie wil er een bespottelijk voorstel lanceren om de brievenrubriek van Het Laatste Nieuws een extra injectie te geven?’ is: beschaving.
Ik heb uit mijn gevangenisbezoeken namelijk ook geleerd dat vrijheidsberoving, zelfs al is het maar tijdelijk en geheel vrijwillig zoals in mijn geval, een buitengewoon intense invloed op een mens heeft, zeker als je de buitenwereld moet inruilen voor een negentiende-eeuwse bajes als Leuven-Centraal. Reeds na een uur binnen gevangenismuren werd ik telkens overvallen door een merkwaardig en moeilijk te beschrijven gevoel. Alsof iemand plots een klamme dweil over uw leven heeft gedrapeerd, die werd gesopt in wanhoop, depressie, machteloosheid, agressie, opstandigheid en volslagen moedeloosheid. En ik zat er gewoon een uurtje of twee achter de drums.
Daarom bestaat de door velen zo beschimpte Wet Lejeune: hij biedt hoop op een vervroegd verwijderen van de klamme dweil, wat de gedetineerde tot goed gedrag moet aansporen, wat dan weer het werk van de gevangenisbewaarders ietwat verlicht. Er is over nagedacht.

We kunnen gedetineerden bezwaarlijk opnieuw in een tochtige kerker met kettingboeien ondersteboven aan de muur hangen zoals in de Middeleeuwen. Dat was toen trouwens het enige wat men kon verzinnen om een gevangenisverblijf min of meer onaangenamer te maken dan het vrije leven op straat, waar pest en oorlog woedden. Degenen die in de kerker rechtop hingen hadden het prima voor mekaar, toen.
Ik denk niet dat wij, die over een strafblad beschikken dat even blanco is als de bladzij in Luc Appermonts dagboek getiteld ‘Wijven die ik een keer goed heb gepakt op de wijze der bokken’, er op eender welke manier beter van worden als Horion, Dutroux of Saïd Out niét in hun cel naar hun favoriete soap mogen kijken, als Farid Le Fou een pot choco wordt gerefuseerd of als Andràs Pàndy zijn dessert wordt ontzegd.

Wij, in het bezit van een strafblad zo maagdelijk dat alle 72 maagden waar de modale zelfmoordterrorist naar verlangt er een beetje schrik van hebben, zijn ruw geschat met 9.990.000. In België wonen immers, naar beneden afgerond, zo’n 10 miljoen mensen. Tienduizend daarvan zitten dus in de nor. Dat betekent: één op duizend Belgen fought the law and the law won. 0,1 procent. Er zijn ook nog zeshonderd veroordeelden die onder electronisch toezicht staan. Ook hier moest ik denken: die cijfers vallen best mee. Zeker als men ze naast de misdaadverslaggeving in de media legt.

Daar moeten we aan denken als de politiek straks met het voorstel komt om onze gevangenissen te privatiseren zoals in de VS en Groot-Brittannië. Ik gok op een voorstel in die richting van Margriet. (pdw)

dinsdag, maart 13, 2007

CCC- laatste outtake

Een dag voor de finale van de Comedy Casino Cup hadden Alex Agnew en Xander De Rycke afgesproken in Antwerpen. Xander verkoos echter in zijn bed te blijven liggen. Alex werd ge-entertained door de lokale Antwerpse Moppentappersclub en liet zich ook niet onbetuigd.

vrijdag, maart 02, 2007

Poezij

(uit De Standaard 28/2/07)

Wie of wat heeft er de afgelopen weken zoal one hundred and eightyyyy! gegooid op het dartsboard van mijn gramschap, een century break gemaakt op de snookertafel van mijn knorrigheid en op de bowling green van mijn ontstemdheid zijn wood het dichtst bij de jack gebowld?
Ik heb de afgelopen weken misschien iets te veel ’s nachts naar de BBC zitten kijken, besef ik nu.
Maar niet enkel naar de BBC. De commentaren van de juryleden in Idool 2007 en de verontwaardigde reacties van sommige kijkers erop hebben namelijk in twee opeenvolgende innings een indrukwekkend aantal runs gescoord op het cricketveld mijner humeurigheid.

In een van de eerste uitzendingen werd een jongeman die over een gram zangtalent noch over het reguliere aantal tanden beschikte door jurylid en musicalchanteuse Vera Mann kordaat wandelen gestuurd met de raad ‘als ik u was zou ik een keer naar de tandarts gaan’. Een blinde kon zien – laten we er voor het gemak van uitgaan dat er blinden voor de buis zaten – dat het advies van mevrouw Mann steek hield. Het is natuurlijk waar dat er waarschijnlijk Hell’s Angels bestaan die net dat tikkeltje meer tact aan de dag zouden hebben gelegd, maar toch: haar opmerking hield steek. En een blinde kon zeker horen, en wellicht beter dan wie ook, dat de jongeman zong als een zeehond met een zwakke maag, die zo-even een zevental zwartverbrande spekzwoerden had zitten zwelgen.
(Een ogenblik alstublieft, terwijl ik een verse alliteratiepleister kleef).
Te oordelen naar de reacties van de Vlaamse kijkers in talloze lezersbrieven en commentaren op het Idool-forum en op haar eigen website had mevrouw Mann echter evengoed Nelson Mandela een kopstoot kunnen verkopen onder het briesen van ‘pak aan, vuile nikker!’. Daags nadien bulkte het gastenboek van haar website van de bijzonder giftige commentaren. Waaronder een van iemand die zich ‘Hitler’ noemt en die Vera Mann wou ‘opstoken’. Zeggen dat de reacties enigszins overtrokken zijn is een understatement van het kaliber ‘Pierre Chevalier is nogal een kapoentje’.
Voor de slechte verstaanders: Pierre Chevalier is even ver te vertrouwen als een éénbenige keeper een bowlingbal kan uittrappen.
Mevrouw Mann heeft zich welzeker een beetje aangesteld voor de camera’s – wellicht een sherry’tje teveel tijdens de eerste welverdiende pauze tussen twee would be Whitneys Houston in – maar we moeten nu ook niet reageren alsof ze zich schuldig heeft gemaakt aan, ik noem maar wat: belangenvermenging ten faveure van een louche zakenman die de koperontginning in een door curruptie en burgeroorlog geteisterd Afrikaans land in handen wil houden.

En wat scheelt er in vredesnaam met dat andere opmerkelijke Idool-jurylid Herman Schueremans? Ik zal wel niet de enige zijn die zich bij het aanhoren van ’s mans steevast op rijm gezette oprispingen de vraag stelt: waarom past men Herman zijn medicatie niet aan? Ik ken broeder Herman een heel klein beetje en ik kan enkel gissen wat de eerder zachtmoedige, rustige en soms ietwat wereldvreemde goeie borst die ik altijd in hem heb vermoed, heeft doen veranderen in de ronduit creepy en te streng gecoiffeerde zombie met rijmdwang die in Idool achter de jurytafel zit. Komaan Herman, snap out of it!
Het grappigste wat ik hierover heb gelezen staat op de ‘Block Werchter’-blog, waar de schrijver hoofdschuddend de onberaden poëzij van broeder Herman pareert met: Schuur, uw festival is te duur!

Wat ook een hole-in-one heeft geslagen op het golfterrein van mijn ontevredenheid is de berichtgeving over de 8-jarige Britse jongen die dreigde door de sociale diensten uit zijn gezin te worden gerukt omdat de knaap nu al gevaarlijk corpulent is en zijn moeder er maar niet in slaagt om zijn eetgewoonten te veranderen. Op dag één woog de jongen in alle kranten 88 kg, een dag later was dat in één krant al 90 kg, nog een dag later sprak men van ‘bijna 100 kg’ en gisteren las ik dat hij ondertussen 89 kg weegt. Komaan jongens, ijk die weegschalen! Niemand kan in drie dagen tijd zoveel bijkomen en weer afvallen. Herman zou zeggen: is de schaal niet goed geijkt, ’t is de waarheid die men ontwijkt. (pdw)