maandag, mei 30, 2005

LIJST

De maand is om en dus is het tijd voor de lijst van mensen en dingen die mij de afgelopen weken hebben doen terugverlangen naar de dagen van de brandstapel en de radbrakerij.

De eersten die met loden pijpen op de schenen moesten worden geklopt zijn al die politici, commentatoren en journalisten die Stevaert nu met een witte zakdoek in de hand en een traan in de ooghoek uitwuiven naar Limburg, als was het hun beste kameraad die ze lange tijd niet meer zullen terugzien. Ik kan het gemist hebben, maar ik heb nog geen enkele stem gehoord die bij Stevaerts plotse vertrek uit de actuele politiek onderstreept dat we met Stevaert een sterke bondgenoot tegen oprukkend rechts verliezen Als er één politicus was waar ze bij het Belang schrik van hadden, was het Stevaert wel, die nu door zijn eigen spreekwoordelijke gat-in-de-haag naar het pre-prepensioen is geglipt. En dat op dezelfde dag dat het Belang vanuit het buitenland met een soort Radio Milles Collines begint. Het vertrek van Stevaert uit de actuele politiek is een kwalijke zaak. Het socialisme zal gezellig zijn of niet zijn, luidt een van zijn bekendste one-liners. Akkoord, maar achter een pruimenvlaai in bronsgroen Bokrijk gaan zitten is misschien iets té gezellig en te weinig socialistisch.

De tweede soort mensen die het verdienen om door een dronken en geblinddoekte chirurg aan het oog te worden geopereerd zijn de zogenaamde 'mondige burgers', het slag volk dat op hoge poten lezersbrieven naar de kranten schrijft en internetforums - of moet dat fora zijn? - vol kwakt met knullig geschreven proza waarbij de schrijver uitgebreid op zijn strepen gaat staan. Welke strepen? Wel, afwisselend maakt men zich druk vanuit de positie van 'belastingbetaler', 'trouwe lezer', 'trouwe luisteraar', 'trouwe kijker' of 'verontruste Vlaming'. Wat al die brief- en forumschrijvers schijnt te ontgaan, is dat we allemààl trouwe, verontruste Vlaamse lezers, luisteraars en kijkers zijn die belastingen betalen. En dat er een tijd en een plaats is voor volstrekt irrelevante en krakkemikig geformuleerde meninkjes en dat is het café, zo rond sluitingstijd of hoogstens: op een eigen weblog.
Want vergis u niet, o Uwe Mondigheid, dat uw bijdrage aan het maatschappelijk debat op een internetforum wordt geplaatst of in een apart katern van de krant wordt gepubliceerd betekent immers niet, ik herhaal: NIET dat uw mening op enigerlei wijze van tel is. De rubriek lezersbrieven en al die openbare forums bestaan enkel en alleen om u de illusie te schenken dat uw mening interessant is. De advertenties voor massage door Filipijnse ladyboys staan ook in een apart katern van de krant. Denk daaraan vooraleer u nog eens uw mening over eender wat met de rest van de bevolking meent te moeten delen.
En als u zich toch niet kunt inhouden, controleer dan alstublieft eerst of u wel over een gram talent beschikt om uw gedaas op zijn minst interessant te doen lijken. Word politicus, schrijver, commentator, journalist of desnoods stand up komiek, maar als het talent u daarvoor ontbreekt: trek uw conclusies en aanvaard het feit dat niemand een halve zak geeft om wat u denkt.

Een derde fenomeen waarbij ik denk: stuur de verantwoordelijken stante pede een euthanasiekit, zijn die filmpjes van 'één' waarin onze algemene verbondenheid wordt geaccentueerd middels zwemmende bejaarden, trouwende holebi's en de meest sinistere van allemaal: spaghetti-vaders. Het zal wel aan mij liggen, maar de manier waarop een van die zogeheten spaghetti-vaders naar die kleine kijkt heeft mij doen besluiten om mijn zoon nooit op kamp te sturen. In gedachten zie ik boven die man zijn hoofd altijd een tekstballon met 'kom je later even naar mijn tent jongen....?'.

Laatste op de lijst is Bart 'MonChiChi' Somers. Ik zag hem gisteren op tv en ik dacht: iemand moest hem tot aan de nek in een termietenheuvel begraven, om vervolgens een goedkope plastieken emmer over zijn hoofd te plaatsen. Waarom? Gewoon omdat mij dat als trouwe, belastingbetalende Vlaamse kijker een groot plezier zou doen. (pdw)

dinsdag, mei 24, 2005

José in da hood

Het blijft mij verbazen hoe een banaal hoofddeksel erin slaagt om onze grootste angsten en vooroordelen los te wrikken. Als ik zeg ‘onze’ bedoel ik blanke Westeuropeanen.
Onlangs werd in Groot-Brittannië een maatregel ingevoerd, waarbij het in grote winkelcentra voortaan verboden is om nog langer een ‘hood’ te dragen – een kap. Mensen die hun gezicht deels onder een kap verstoppen hebben weinig goeds in de zin, zo gaat de redenering, en ze zouden de klanten afschrikken. De nieuwe regel is voornamelijk tegen jonge zwarten gericht, maar monniken, Kerstmannen, Plechtige Communicanten en Obi Wan Kenobi zullen dus voortaan ook naar de markt of de buurtwinkel moeten voor hun inkopen. Na de hoofddoek is dit al de tweede vorm van onschuldige kruinbedekking die bij de blanke goegemeente onrust en racistische angst opwekt. Wanneer zoiets onnozel als een hood – want laten we eerlijk zijn, zo’n kap is tenslotte niet eens een echt kledingstuk, meer een eerder grillig accessoire dat voortdurend twijfelt tussen een sjaal en een muts – in staat is om het klantenbestand van een grote warenhuisketen te decimeren, dan spreken we niet meer over een gevoel van onveiligheid maar over je reinste paranoia.
Het kapverbod schijnt anders wel te werken, sinds de vestimentaire maatregel van kracht is steeg het klantenpercentage in voornoemde winkelcentra naar verluidt met 25 %. Toegegeven, de belangrijkste woorden in bovenstaande zin zijn ‘naar’ en ‘verluidt’. Mijn bron - de Britse boulevardkrant The Sun – is meestal even betrouwbaar als Pierre Chevalier, zeg maar: net dat tikkeltje minder betrouwbaar dan een kakkerlak met een batchelor-diploma van de European University. Maar zelfs àls The Sun zoals gewoonlijk de zaken flink heeft aangedikt en de stijging van het clientèle pakweg slechts 5 % bedraagt, dan nog is dit op zijn minst een opvallend resultaat voor een onnozel lapje textiel, dat bij de meeste mensen werkeloos aan de kraag hangt, wachtend op een onverwachte stortbui.
Waar deze overtrokken uiting van het felbesproken onveiligheidsgevoel vandaan komt hoort u – ja u daar met die nog naar de drukkerij geurende poster van Che Guevara boven uw bed – al lang te weten. Ik herhaal slechts wat sociologen en mediawatchers voor mij al jaren geleden hebben vastgesteld: alhoewel de criminaliteit niet noemenswaardig gestegen is en in sommige gevallen zelfs is gedaald, is de berichtgeving over de criminaliteit met zowat 300% toegenomen. Ook bij ons. Drie woorden: Het Laatste Nieuws. Wat tieten zijn voor Playboy, zijn de crimes du jour voor Het Laatste Nieuws. De afgelopen weken waren dat in volgorde van belangrijkheid: vluchtmisdrijven met al dan niet dodelijke afloop, mensen die door hun eigen honden worden gebeten en de avonturen van Supernanny op VTM. Stel u voor dat straks een gouvernante op weg naar een onhandelbaar kind een hondsdolle pitbull aanrijdt en vluchtmisdrijf pleegt, HLN-journalist José Masschelin – of ‘het bastaardkind van wijlen Louis De Lentdecker en Alexandra Colen’ zo u wil - zou geheid gillend klaarkomen. Dat wordt overigens de hoogste tijd want Masschelin is al weken koortsachtig aan zijn zurige tamp aan het trekken met een centerfold van de zaak Remmery opengeklapt aan zijn voeten, waarvan de enkels aan het zicht worden onttrokken door ’s mans grijs gewassen Avion- onderbroek. Zozeer zelfs, dat er al sprake is van enige eeltvorming op de eikel. Sorry, dat moest zijn: enige eeltvorming op de eikel zijn rechterhand. Het volgen van Masschelins verslaggeving over de zaak Remmery is een oefening die ongeveer even leerrijk, nuttig en verhelderend is gebleken als het drinken van iemand anders’waterig braaksel, om het onmiddellijk weer uit te kotsen en het zo nog een keer op te kunnen drinken, deze keer met een rietje. José in da hood, dàt is volgens mij pas iets om zich ongerust over te maken.
Telkens als ik een stuk van Masschelin lees moet ik denken aan wat een dronken Vlaams Belanger mij ooit toevertrouwde: ‘We gebruiken slechts 10% van ons brein, stel u voor wat er zou gebeuren als we de overige 70% ook zouden gebruiken.’ (pdw)

donderdag, mei 12, 2005

OPEN BRIEF - B-H-V : hoe onze politici zorgen voor de wereldvrede

GEPOST DOOR Tom De Spiegeleer, met Erik Wyns, Greet Lebleu en Peter Stiens


“Dit is probleem 177.” “Niemand ligt wakker van de splitsing.” “De uitbreiding van het Brussels Gewest is een legitieme vraag.”

De laatste weken wordt alsmaar vaker gegoocheld met dergelijke zinnen. Ze worden zowel in het Nederlands als in het Frans uitgesproken. En slechts enkelen gaan daartegenin. Sterker nog : de laatste dagen is er blijkbaar een stroomversnelling ontstaan, waarin steeds meer Vlaamse politici er zich lijken bij neer te leggen dat de uitbreiding van het Brussels Gewest de prijs is die betaald moet worden om een val van de regering te vermijden.

Als inwoners van een faciliteitengemeente worden wij dagelijks geconfronteerd met de gevolgen van de verfransing in onze gemeente. In Sint-Genesius-Rode geldt momenteel dat er voor elke 4 Vlamingen, 6 Franstaligen wonen. En die wanverhouding vergroot nog elke dag. Steeds meer Franstaligen, die zowel uit Brussel als uit Wallonië komen, voelen zich aangetrokken tot onze gemeente. Het hoeft geen betoog dat het Nederlandstalig verenigingsleven hierdoor zwaar onder druk komt te staan.

Tegelijkertijd is er ook de omgekeerde beweging aan de gang : steeds meer jonge Nederlandstaligen ontvluchten onze gemeente. En dat is niet alleen omdat de prijzen in onze regio de pan uitswingen (dat fenomeen speelt niet alleen bij ons), maar ook omdat de jonge Vlamingen zich niet meer thuis voelen. Plots stellen ze immers vast dat zij nog als enig Nederlandstalig gezin in hun straat wonen. Wanneer hun kinderen speelkameraadjes zoeken, kunnen ze maar beter de taal van Voltaire spreken, of ze komen van een kale reis terug. Ook in schoolklasjes is het geen uitzondering dat de helft van de kinderen in een Nederlandstalig schooltje van huis uit Franstalig is (wat in se niet slecht is, maar er zijn grenzen…). Zulke vaststellingen liggen mee aan de basis van de uittocht. Als je dit beschouwt, is het debat over de splitsing (en de verfransing) dan nog een debat vér van de mensen ? Voor ons niet, voor ons is dit realiteit. Het is een vreemde ervaring wanneer je in je eigen gemeente bij de kruidenier plotseling niet meer in het Nederlands bediend kan worden… En als je dan tracht te verduidelijken waarom je liever in het Nederlands dan in het Frans geholpen wordt, stuit dat alleen op onbegrip (en soms zelfs ronduit vijandige reacties).

Een ander probleem in de faciliteitengemeenten wordt gevormd door de lokale politiek. Omdat zij nu eenmaal in de meerderheid zijn, is de burgemeestersjerp in de faciliteitengemeente in handen van de Franstaligen. Om een zo groot mogelijk aantal zetels te halen in de gemeenteraad, wordt veelal gewerkt met kartellijsten. In Sint-Genesius-Rode leidt dat ertoe dat je als inwoner voor een onmogelijke keuze gesteld wordt : ofwel stem je voor de Franstalige lijst, ofwel voor de Nederlandstalige. Lokale verkiezingen worden op die manier een verkapte talentelling, en kunnen niet meer dienen als beoordelingsmiddel voor het gevoerde beleid. Beslissingen worden genomen door de meerderheid, waardoor de wensen en vragen van de andere taalgroep onbeantwoord blijven. Van enig volwassen debat is helaas geen sprake.

In hun strategie om de Vlaamse faciliteitengemeenten in de Rand rond Brussel te verbrusselen willen de huidige burgemeesters hun gemeenten steeds meer profileren als slaapgemeenten. Wie in Brussel werkt, maar daar niet wil wonen, wordt met open armen ontvangen. Wie echter het sociaal-cultureel leven wil ontwikkelen, vindt geen gehoor bij het gemeentebestuur. Enige noemenswaardige steun vanuit het lokaal beleid is ver te zoeken. Elementaire verplichtingen, opgelegd door Vlaamse decreten, worden in onze gemeente met de glimlach naast zich neergelegd. In Rode bestaat geen gemeentelijke jeugdraad, bestaat geen gemeentelijke Culturele raad die als volwaardig inspraakorgaan kan fungeren… Met een boutade durven wij te stellen : ‘het beleid is dat er geen beleid is’. Het spreekt voor zich dat dergelijke strategie geen winnaars oplevert.

Deze evoluties en vaststellingen stemmen ons uiteraard niet vrolijk. Het lijkt wel een verhaal waarvan het trieste einde nu reeds vastligt. Een verhaal waar niemand wakker van ligt ook. Behalve wij dan, de rechtstreekse betrokkenen. Daarom dat het nu hoog tijd wordt dat ook wij onze stem verheffen. Voor ons kan er geen sprake zijn van een aanhechting bij het Brussels Gewest. Wij vrezen dat er binnen de constellatie van het Brussels Gewest nog minder naar ons zal geluisterd worden, dan nu het geval is. Bovendien zou de vraag zelfs niet aan de orde moeten zijn. De enige essentie van de zaak is immers : indien de Franstaligen zich meer moeite zouden getroost hebben om zich te integreren, zou er nooit een probleem geweest zijn ! De vele Nederlandstaligen die in Wallonië gaan wonen zijn, en zich daar aangepast hebben, vormen daarvan het levende bewijs.

Is het teveel gevraagd wanneer wij als elementaire vorm van beleefdheid vragen dat wie in Vlaanderen komt wonen, ook respect opbrengt voor de Nederlandstaligen die daar altijd gewoond hebben ? De grenzen van de taalgebieden liggen reeds jaren vast, en zijn op elke landkaart aangeduid. Hoe komt het toch dat er dan zo vaak van krommenaas gebaard wordt ? Wie op deze vraag een antwoord heeft, mag het ons laten weten. Wij tasten in het duister.

Franstaligen die in de Vlaamse Rand komen wonen, doen vaak niet de minste moeite om de taal van hun gemeente over te nemen, laat staan om zich te integreren in het bestaande verenigingsleven. Op die manier ontstaan er binnen een gemeente twee taalgroepen, die weinig of geen contact met elkaar hebben. Wanneer er niet met mekaar gepraat wordt, kan er ook niet naar mekaar geluisterd worden. Zonder communicatie is er geen gemeenschapsleven.

Wie ook de politiek aan de andere kant van de taalgrens volgt, stelt elke dag vast dat het politieke discours aldaar fundamenteel verschillend is van het discours dat in Vlaanderen geldt. Thema’s die in Vlaanderen als ‘hot’ bestempeld worden, zijn in Wallonië niet aan de orde. En vice versa. Niet eenvoudig om met deze vaststellingen voor ogen een deugdelijk politiek debat te organiseren op het lokale niveau…

In hun studie uit 2002 besluiten Jimmy Koppen, Bart Distemans en Rudi Janssens (*) dat het systeem van de faciliteiten niet het beoogde effect gehad heeft, wel integendeel. Faciliteiten hebben niet geleid tot integratie, maar hebben de verfransing mee in de hand gewerkt.

De eis van enkele Vlaamse partijen om de kieskring en het gerechtelijk arrondissement te splitsen is evident, en eigenlijk zelfs zeer gematigd. Even evident en verantwoordbaar zou het zijn om ook het systeem van de faciliteiten grondig in vraag te stellen… Daarover wordt echter in geen taal gesproken (nochtans heeft ook minister Dewael in 2002 (op de lustrum-viering van VZW de Rand) gesteld dat de faciliteiten beter afgeschaft zouden worden, maar sindsdien heeft niemand daar ooit nog iets over gehoord).

Wij willen het politieke vuur niet verder opstoken door ook dit item op het agenda te plaatsen, maar weigeren tegelijkertijd het kind van de rekening te worden. Ons pleidooi is er een van verder doorgedreven integratie en convivialiteit. Een verhaal van respect en erkenning. Is dat niet wat we bedoelen met ‘inburgering’, en waarom mogen wij dat niet verlangen van Franstalige inwijkelingen in Vlaanderen ?

Als onze vrees bewaarheid wordt, en minstens enkele faciliteitengemeenten opgeslokt worden door het Brussels gewest, vragen wij dat de politieke verantwoordelijken ook eens stilstaan bij het signaal dat zij daarmee geven. Ook gemeenten zoals Beersel, Sint-Pieters-Leeuw, Overijse… zullen onder toenemende druk komen te staan.

We kunnen er echter niet onderuit dat onze politici, wanneer zij de moed hebben om in te gaan op de Franstalige eis om het Brussels Gewest uit te breiden, een nobelprijs voor de vrede verdienen. Zij tonen een uniek en vredevol recept voor wie een regio wenst te veroveren. Een inpalming van grondgebied kan geweldloos verlopen, als je maar even je hersens gebruikt, en rustig je tijd neemt. Het enige wat je hoeft te doen is ervoor zorgen dat je genoeg medestanders vindt die samen met jou naar de gewenste regio verhuizen. Eens daar aangekomen, weiger je rabiaat elke aanpassing. Tegelijkertijd benadruk je je problemen regelmatig in de media, je dwingt jezelf in een slachtofferrol. ‘De overheid voert tegen jou een culturele genocide’. En zie : wanneer je maar lang genoeg volhoudt, zal die regio je zomaar in de schoot gegooid worden. Bijna moeiteloos ! Wonderbaarlijk.

’t Is eigenlijk allemaal eenvoudig, nietwaar ?

[*] ‘Brusselse Thema’s. Taalfaciliteiten in de Rand. Ontwikkelingsgebieden, conflictgebieden en taalpraktijk.’, uitgegeven bij VUBPress.

zondag, mei 08, 2005

Escargots de Remmery (2)

Het Laatste Nieuws-journalist José Masschelin - nooit eerder werden zelfingenomenheid en blatante intellectuele oneerlijkheid zo treffend in een min of meer menselijke vorm gegoten - vergeleek in De Zevende Dag de zaak Remmery met de zaak van de Franse Joodse vrouw die een racistische aanval had verzonnen en daarmee heel politiek Frankrijk in beroering bracht. 'Als straks blijkt dat de zaak Remmery niets met racisme te maken heeft, moeten we dat héél hard zeggen....' zei hij flink in de camera. Hij glom en je kon hem bijna naar de achterban zien knipogen: nu heb ik het eens goed gezegd hé mannen! Het klonk een beetje als: Van Nieuwenhuyse heeft door zijn vermeend gescharrel met een werkneemster het racisme een slechte naam bezorgd. Tsk!

De VB-aanhang mag de VRT dan om de haverklap van rooirakkerij beschuldigen, er viel in De Zevende Dag weinig van te merken. Alain Coninckx was kennelijk nog niet goed wakker, Caroline Van Den Berghe evenmin. Geen van de twee voelde zich in elk geval geroepen om Masschelin tegen te spreken met bijvoorbeeld: excusez le fuck out of moi maar het is de briefschrijver zelf - de dàder dus - die hier de racistische toon heeft gezet, niet het slachtoffer.

Vooral Coninckx viel mij tegen. Gisteren nog zo kwiek en enthousiast in zijn kookrubriekje op TV Brussel, nu Masschelin slap naar de bek pratend met zijn opmerking '...en nu zitten we ermee', reagerend op de opmerking van Masschelin dat zowat de hele media en zelfs Albert Twee zich in deze zaak heeft laten meeslepen. De koninklijke aandacht voor Amzil en Van Nieuwenhuyse is dan ook de nagel waar de rechts-conservatieven momenteel het liefst op slaan. Alsof die koninklijke aandacht ongepast of onterecht is indien de aanleiding voor de hele zaak een banale liefdesaffaire zou blijken te zijn. Het is volgens die lui dus niet zo erg als men wekenlang met de dood wordt bedreigd door een anonieme racistische nitwit die bovendien aankondigt uw waren te zullen vergiftigen...zolang de dader maar uit echtelijke jaloezie en niet zuiver uit politiek oogpunt handelt. Dit is volgens mij: racisme stilaan als normaal beginnen beschouwen. De zaak Remmery heeft, hoe men het ook bekijkt, àlles met racisme te maken. En ik vind dat we dat héél hard moeten zeggen. (pdw)

zaterdag, mei 07, 2005

Escargots de Remmery

Volgens Het Laatste Nieuws is er een belangrijk nieuw spoor in de zaak Remmery: de aanleiding voor de dreigbriefcampagne zou wel eens een banale liefdeskwestie kunnen zijn en dus niet zozeer door racisme aangewakkerde afgunst. De krant schrijft dat Remmery-personeelslid Marijke Van Doorne - haar man liet DNA achter op één van de brieven - tegenover de speurders heeft toegegeven dat ze 'iets' had met zaakvoerder Rik Van Nieuwenhuyse. HLN besluit: 'De onderzoekers zijn ondertussen wel vrij zeker dat de racistische uitlatingen in de dreigbrieven slechts afleidingsmanoeuvers waren om de aandacht van media en publiek te trekken, maar niets met de grond van de zaak te maken hebben...' O ja? Zijn ze daar vrij zeker van, de onderzoekers? In De Morgen staat anders een profiel van de man die is aangehouden en zeggen dat hij niet al te snugger is en sympathie voor het Vlaams Belang heeft is een understatement van het kaliber 'James Brown is niet echt blank'.
Het spreekt vanzelf dat de poldernazi's en hun aanhangers deze nieuwe ontwikkeling proberen aangrijpen om de hele zaak als een uit de hand gelopen amourette af te doen en - alweer - in een slachtofferrol te kruipen, toch te oordelen naar de onwelriekende stroom dunne kak die voor lezersreacties moet doorgaan op het HLN-forum . Een paar voorbeelden :

- 'Ongelooflijk hoe men deze zaak tot megagrote proporties heeft opgeblazen en dat enkel en alleen om het VB te treffen... Heel de PC kliek stond in de rij om een graantje mee te pikken....'

- 'Onbegrijpelijk, in ieder geval, hoe de ganse zaak werd uitvergroot door ALLE media en een kind kon zien dat zaakvoerder Van Nieuwenhuysen ten zeerste van de enorme belangstelling genoot. Dat ons vorstenpaar, onze eerste minister samen met de west-vlaamse bischop zich zo gemakkelijk lieten manipuleren zou de bevolking tot nadenken moeten stemmen. De hetze tegen het Vlaams Belang kent echt geen grenzen meer...'

Graag zou ik hier de schone Vlaamsche uitdrukking 'dat is toch om van omhoog te schijten!' gebruiken. Want men moet al dommer dan een doos haar zijn, wat zeg ik?, men moet al Jurgen Verstrepen heten om niet in te zien dat niet de vermoede hanky panky tussen Rik en Marijke maar wel die 'racistische uitlatingen' de grond van de zaak zijn. De vermeende romance tussen werkgever en werkneemster is inderdaad slechts een banaal faits divers. Zolang Van Nieuwenhuyse en Van Doorne het niet op een stapel nog onverpakte escargots deden - en aldus het recept van 'escargots de bourgogne' dat extra je ne sais quoi dreigden te bezorgen - zal het iedereen een zorg zijn waar en met wie de zaakvoerder van Remmery scharrelt.
Dat de horens dragende echtgenoot van Van Doorne een verbitterde ex-socialist thans xenofobe Vlaams Belanger is die kogels in brieven vol racistisch gezwets heeft gestopt, ermee gedreigd heeft om de waar met kwik te vergiftigen tenzij een allochtone medewerkster werd ontslagen en alvast een executie opeiste die hij ieder moment kon uitvoeren, dàt is wel degelijk de grond van de zaak.
Waarom hij dat deed zal iedereen, en al diegenen die al eens een escargootje lusten in het bijzonder, feitelijk een rotzorg zijn. (pdw)

donderdag, mei 05, 2005

Dylan Moran

Onlangs een dvd van de voortreffelijke Ierse stand up komiek Dylan Moran tot mij genomen en één van 's mans observaties spookt nu al dagenlang door mijn hoofd als de geest van Ward Beysen door het riet van een Wilrijkse vijver: 'gelovige mensen zijn mensen die nooit verlost zijn geraakt van het imaginaire vriendje uit hun kinderjaren...'

Spot on, or what? Zoals sommige kinderen een onzichtbaar kameraadje verzinnen om mee te kunnen praten en de lange, lege dagen door te komen - want in de verkaveling wonen geen leeftijdsgenootjes, enkel grote stoute kinderen en slecht gehumeurde gepensioneerden en papa moet altijd overwerken om het huis te betalen en mama trekt iedere dag zo rond de noen haar tweede fles porto open - zo praat de religieuze mens met zijn imaginaire Beste Vriend. Men noemt het: bidden.

Soit, de stuff van Moran kan ik iedereen van harte aanbevelen. Voor een handvol Euros kan u zich 'Monster' aanschaffen, waarop nog andere treffende en geestige bon mots, zoals: 'Testicular cancer, now that's a pretty scary thing...And it's a very difficult thing because you have to look for a lump...in a bag of lumps, and that can take a long time.'

Deng maakt school

Met dank aan BART

woensdag, mei 04, 2005

Het is leuk werken bij Gaia

GEPOST DOOR: MATADOR MATI

Het citaat van de week lag bestorven in de mond van Michel Vandenbosch, frontman van Gaia en dierenliefhebber par excellence. Gelezen in Humo: "Ik kan geen vleeseters tongzoenen, omdat door hun mond lijken zijn gepasseerd." Dat is niet alleen goor, maar het ruikt ook naar fundamentalisme. Doet me onwillekeurig terugdenken aan die Nederlandse imam die halsstarrig weigerde om Rita Verdonk, Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, de hand te schudden. Maar ja, late bekeerlingen ontpoppen zich vaak tot de grootste fanatici. Zie ook Paulus, voordien Saulus en gedreven christenvervolger. En Michel Vandenbosch? Die schuimde in zijn jongere jaren menige steakkermis in zijn Beerselse biotoop af. Met een uitgesproken voorkeur voor bleu. Nu blijkt uit enkele lezersbrieven in Humo dat Gaia het niet zo nauw met de werknemersrechten neemt. Onbetaalde overuren, gedwongen maar onbezoldigd zaterdagwerk, camerabewaking op de werkvloer, een directrice die voortdurend kleinerende e-mailtjes rondstuurt en een schuimbekkende Vandenbosch wanneer het werk niet snel genoeg vordert. Onnodig te zeggen dat het personeelsverloop bij Gaia schrikbarend hoog is. Kortom: wie brengt Michel aan zijn botte verstand dat werknemers ook mensen zijn, dat mensen tot de klasse van warmbloedige zoogdieren behoren en bijgevolg evenveel bescherming en respect verdienen als een dolgedraaide Brugse dolfijn of een getergde koe in Wallonië ?Moeilijkheidsgraad van deze missie: nét iets moeilijker dan Osama Bin Laden tot een bezoekje aan McDonald's overhalen, hem een Big Mac voorschotelen en hem vervolgens een tong met Michel laten draaien.

zondag, mei 01, 2005

Gastbloggers

Heb naar de voor- en tegenstanders van mijn gastbloggers-idee geluisterd (en niet enkel naar de reacties op dit blog) en ik vind: het moet tenminste een tijd lang geprobéérd worden om vooralsnog onbekend satirisch schrijftalent een forum aan te bieden. Sommige ‘anonymous’-posts hier zijn goed doortimmerd en scherp geschreven. Méér van dat, aub. Inhoudelijk zoek ik naar stuff dat kan omschreven worden als ‘kicking against the pricks’. Pricks genoeg.
Wie zich geroepen voelt om een bijdrage aan dit blog te leveren kan dit sturen naar pdw@3keys.be , het kan onder een schuilnaam naar keuze gepost worden, maar uiteraard moet ik wél weten met wie ik te doen heb. Discretie verzekerd. Ik zal natuurlijk ook als eindredacteur fungeren. Voilà, het is aan u.