Uit DS 27/03/08
Het euthanasiedebat is nogal een beetje losgebarsten. ‘Euthanasie’ is sinds het fel becommentarieerd overlijden van schepen Marcel Engelborghs en schrijver Hugo Claus ongetwijfeld het mot du jour. Het woord doet voor de controversiële activiteit die wij kennen als ‘het bewust, op hun eigen verzoek, beëindigen van het leven van patiënten’ wat ranunculus acris doet voor het boterbloempje: het is een plechtig en wetenschappelijk synoniem, bedoeld om iets banaal en alledaags veel belangrijker te laten klinken dan het in wezen is.
Ik beeld me enkele lezers in die ongeveer nu roepen: Wat een onzin! Het leven is belangrijk! De dood is niet banaal!
Uiteraard is dat driewerf waar. Ik wou u opzettelijk een weinig op stang jagen. Om iets duidelijk te maken.
Wat sommigen onder u bij bovenstaande boude stelling eventjes in de bast voelden opwellen is namelijk een belangrijk sentiment dat u, ik, wij allemaal over het algemeen slechts voor een heel beperkte kring reserveren. Het vult steevast ons gemoed wanneer het over onszelf, onze familie, onze vriendenkring, onze kennissen, onze onmiddellijke omgeving gaat. Pakweg honderd personen. In sommige gevallen zijn het er maar drie. In andere zijn het er vijfhonderd. Laten we honderd als gemiddelde nemen. Honderd mensen zijn héél erg belangrijk voor ons. En tot we ze leren kennen zijn alle andere mensen vooral journaalitems, krantenkoppen, statistieken. Dat willen we niet altijd geweten hebben maar de realiteit, daarin bijgetreden door de geschiedenis en het internationale nieuws van elke dag leert ons dat het zo is. Alle meningen en meninkjes over euthanasie op internetforums en in lezersbrieven naar de kranten moeten in dat licht worden gezien. Dat helpt om te beseffen: het euthanasiedebat is nog ingewikkelder dan het reglement van ‘Terra Incognita’, het realityprogramma dat door vt4 na één seizoen werd ge-euthanaseerd wegens geen touw aan vast te knopen.
Laat staan dat de kwestie in een goed bekkende soundbite te vatten is. ‘Omzeilen is geen heldendaad’. Met deze woorden sprak Godfried Danneels zich in zijn paashomilie uit over de zelfgekozen dood van Hugo Claus en de reactie van de media daarop. Ook een kardinaal heeft recht op een mot du jour. ‘Omzeilen’ is een synoniem voor ‘behoedzaam ontwijken’. Volgens de kardinaal ‘antwoordt men niet op het probleem van het lijden en de dood door het te omzeilen’. Mijn eerste gedachte hierbij was: omzeilen is anders wel bijzonder handig als je bijvoorbeeld met je nieuwe speeltje, een Triumph Trident 900 motorfiets, langs de Brusselsesteenweg ter hoogte van Gentbrugge rijdt en het kalf in de Renault Megane voor je bruusk rechts afslaat zonder richtingaanwijzers te gebruiken. Ik weet niet of de kardinaal van motorrijden houdt, maar zelfs een groentje zoals ik weet hoe het potentiële probleem van het lijden en de dood op zo’n moment handig en in één vloeiende beweging (het is een smooth bastard, die Triumph!) moet worden omzeild.
Voor Claus was er echter geen ontwijken meer aan. Claus heeft fuck all omzeild, kardinaal. Hij heeft, terwijl hij er nog de esprit voor had, het stuur recht gehouden en gas gegeven.
Mijn tweede gedachte was: Godfried Danneels, die het probleem van het lijden en de dood via een hartoperatie en een rist overbruggingen in ‘96 zelf al eens heeft omzeild, zou moeten weten dat zo’n slappe reli-soundbite het debat niet vooruit helpt. Het is veel, véél ingewikkelder dan dat.
De kardinaal reageerde vooral op de iets te vurige loftuitingen van de intimi van Claus – ze waren met veel meer dan honderd – die ’s mans keuze voor een vroegtijdige dood vooral ‘moedig’ vonden en daar in de media uitvoerig kond van deden. Sommigen deden dat omdat Claus tot hun kring van honderd behoorde. Vele anderen deden het omdat ze zichzelf graag tot des schrijvers kring van honderd rekenen. De een zijn dood is de andere zijn stijgende literaire marktwaarde.
Om het debat helemaal te versjteren moeten we uiteraard bij de politici zijn. Open-VLD wil euthanasie voor kinderen en dementerende bejaarden mogelijk maken, SP-A doet mee, CD&V is uiteraard tegen. Plots komen er woorden als ‘wisselmeerderheid’, ‘wetsvoorstellen, ‘andere sociaal-economische voorstellen’ op tafel. Woorden die niets meer met het probleem van het lijden en de dood te maken hebben en waar ook geen synoniemen voor bestaan die kans maken op het mot du jour-schap. Even later gaat het zelfs over ‘aftoetsen aan de achterban’. Dat er zoiets bestaat als een eendrachtige achterban van vele honderden kringen van honderd is een van de grote leugens van de politiek.
En zo wordt het euthanasiedebat nog ingewikkelder dan een mummie, die door zijn mummificateur een ingewikkeld raadsel voor de eeuwigheid meekrijgt vooraleer de arme drommel in een paar extra meters wikkel te, euh, wikkelen. Mijn meninkje? Om deze complexe kwestie naar ieders tevredenheid in een sluitende wet te vatten is een heel mensenleven, zelfs al wordt men honderd, wellicht te kort. (pdw)
zaterdag, maart 29, 2008
zondag, maart 16, 2008
The dick stays here...
Klassiek stukje van Sam Kinison in de show van Rodney Dangerfield. This is how you do it.
vrijdag, maart 14, 2008
LIJST
Lang geleden dat ik nog eens een lijst heb gemaakt van mensen en dingen die voor mijn humeur doen wat Abdelkader Belliraj voor het imago van de Staatsveiligheid heeft betekend.
Om te beginnen: kindveilige aanstekers. Hoezo, vanaf nu mogen er bij wet geen reguliere wegwerpaanstekers meer worden verkocht? Of ik heb iets gemist en er is een reeks incidenten geweest waarbij minderjarigen catastrofes hebben veroorzaakt middels het gebruik van reguliere aanstekers, of we hebben hier te maken met alweer een vreemdsoortige vorm van betutteling annex buitenkans voor een bedrijf (Bic bijvoorbeeld, ik noem maar een naam) om een nieuwe lijn producten te lanceren. En - kijk eens aan! - op dinsdag trof ik al de eerste reclame voor de nieuwe kindveilige aanstekers van Bic in mijn krant. Het zou uiteraard van paranoïde en hoogst cynische gedachten getuigen als ik hier een theorie zou ontvouwen die ongeveer als volgt gaat:
- er worden, nu er haast nergens meer mag worden gerookt, minder wegwerpaanstekers verkocht dan vroeger
- bij de fabrikanten van wegwerpaanstekers zit men met de handen in het haar en er worden denktanken opgericht met als opdracht: vind een manier om de mensen alsnog volop wegwerpaanstekers aan te smeren
- denktank krijgt briljant idee: we doen zoals de fabrikanten van waspoeders en brengen een product op de markt dat zogezegd veel beter is dan het originele product dat we tot nu toe hebben verkocht
- fabrikant zegt: uitstekend idee, maar kunnen we er geen positieve spin aan geven? Iets in de zin van: deze wegwerpaanstekers zijn veiliger, beter voor het milieu, zoiets...
- denktank: kindvriendelijker misschien?
- fabrikant: champagne!! Zendt onze beste lobbyisten uit!
- enkele maanden later lezen we in de krant: ‘Regering stemt wet die de verkoop van niet-kindveilige wegwerpaanstekers verbiedt’
- fabrikant van wegwerpaanstekers lanceert brandnieuw, kindveilig model en ziet de omzet weer stijgen
Het is maar een theorietje natuurlijk.
Ten tweede: Ishtar en hun ‘O Julissi na jalyni’, een deun die het liedjesequivalent is van die onbestemde, veel te zoetige witte smurrie die men tussen goedkope koekjes-voor-bij-de-koffie aantreft. Als we het Eurovisiesongfestival dan toch ernstig gaan nemen - en te oordelen naar de middelen, de Barten Peeters, de tijd en de energie die de openbare omroep ervoor over heeft nemen we het bloedserieus - waarom sturen we dan deze aan iéts teveel Trappist van Westvleteren onttrokken volksdansmelodie in? Er is een tijd en een plaats voor dit soort muzikaal vertier en dat is: Sfinks Boechout, op zondag familiedag zo rond 16.00u, wanneer de als een poes geschminkte kleuters een beetje moe beginnen te worden en bij mama en papa de boekweitpannenkoeken beginnen op te spelen.
Ten derde: mensen die de toeristische peepshow annex schaamteloze Derde Wereld-betutteling die wij kennen als ‘Toast Kannibaal’ veel teveel au sérieux nemen. Zoals de genaamde Walter Driesen, reisleider, die beweert dat de Ethiopische volksstam de Mursi door de VTM-ploeg zodanig werd gecorrumpeerd dat ze nu aan de rand van de antropologische afgrond staat. Terwijl die Mursi hun dagelijks dieet van ossenbloed en zand al jaren geleden hebben ingeruild voor een sandwich smos of een Big Mac op zijn tijd. Die weten al lang dat een speer enkel nog nuttig is als er met camera’s uitgeruste toeristen in de buurt zijn. Ze zullen eerder een iPod kopen dan een fonkelnieuwe inoxen ploeg om gindse droge akker mee te bewerken. Daar heeft VTM niets mee te maken. Ze zijn niet gek, die Mursi. Als ze nog zo primitief waren als de heer Driesen zich dat in zijn veel te romantische verbeelding, euh..verbeeldt, dan hadden ze die cameraploeg vanop 100 meter met speer en gifpijl neergehaald en zat men nu naar een herhaling van ‘Lily & Marleen’ te kijken in plaats van naar deze gênante cocktail van valse reality en misplaatste exotiek.
Ten vierde en – ik beheers me uit plaatsgebrek - ten laatste: Waris Dirie. Ik schroom niet te zeggen dat ik geen snars geloof van haar verhaal over de houding van de Brusselse politie en de onbekende taxichauffeur. Want dat zou betekenen dat ze een hopeloos wereldvreemd wezen is, iemand die er maar niet in slaagt om een hotel terug te vinden, om een politieagent iets duidelijk te maken, of om in de Europese hoofdstad Brussel een Engelssprekende persoon te vinden die haar wegwijs kan maken. Waris Dirie is, als ik goed ben geïnformeerd, VN-ambassadrice. Men mag dus verwachten dat ze enige diplomatieke basisvaardigheden beheerst. Zoals bijvoorbeeld ‘zich kenbaar en verstaanbaar maken’. Om het met René uit ‘Allo ‘Allo te zeggen: you stupid, stupid woman. (pdw)
Om te beginnen: kindveilige aanstekers. Hoezo, vanaf nu mogen er bij wet geen reguliere wegwerpaanstekers meer worden verkocht? Of ik heb iets gemist en er is een reeks incidenten geweest waarbij minderjarigen catastrofes hebben veroorzaakt middels het gebruik van reguliere aanstekers, of we hebben hier te maken met alweer een vreemdsoortige vorm van betutteling annex buitenkans voor een bedrijf (Bic bijvoorbeeld, ik noem maar een naam) om een nieuwe lijn producten te lanceren. En - kijk eens aan! - op dinsdag trof ik al de eerste reclame voor de nieuwe kindveilige aanstekers van Bic in mijn krant. Het zou uiteraard van paranoïde en hoogst cynische gedachten getuigen als ik hier een theorie zou ontvouwen die ongeveer als volgt gaat:
- er worden, nu er haast nergens meer mag worden gerookt, minder wegwerpaanstekers verkocht dan vroeger
- bij de fabrikanten van wegwerpaanstekers zit men met de handen in het haar en er worden denktanken opgericht met als opdracht: vind een manier om de mensen alsnog volop wegwerpaanstekers aan te smeren
- denktank krijgt briljant idee: we doen zoals de fabrikanten van waspoeders en brengen een product op de markt dat zogezegd veel beter is dan het originele product dat we tot nu toe hebben verkocht
- fabrikant zegt: uitstekend idee, maar kunnen we er geen positieve spin aan geven? Iets in de zin van: deze wegwerpaanstekers zijn veiliger, beter voor het milieu, zoiets...
- denktank: kindvriendelijker misschien?
- fabrikant: champagne!! Zendt onze beste lobbyisten uit!
- enkele maanden later lezen we in de krant: ‘Regering stemt wet die de verkoop van niet-kindveilige wegwerpaanstekers verbiedt’
- fabrikant van wegwerpaanstekers lanceert brandnieuw, kindveilig model en ziet de omzet weer stijgen
Het is maar een theorietje natuurlijk.
Ten tweede: Ishtar en hun ‘O Julissi na jalyni’, een deun die het liedjesequivalent is van die onbestemde, veel te zoetige witte smurrie die men tussen goedkope koekjes-voor-bij-de-koffie aantreft. Als we het Eurovisiesongfestival dan toch ernstig gaan nemen - en te oordelen naar de middelen, de Barten Peeters, de tijd en de energie die de openbare omroep ervoor over heeft nemen we het bloedserieus - waarom sturen we dan deze aan iéts teveel Trappist van Westvleteren onttrokken volksdansmelodie in? Er is een tijd en een plaats voor dit soort muzikaal vertier en dat is: Sfinks Boechout, op zondag familiedag zo rond 16.00u, wanneer de als een poes geschminkte kleuters een beetje moe beginnen te worden en bij mama en papa de boekweitpannenkoeken beginnen op te spelen.
Ten derde: mensen die de toeristische peepshow annex schaamteloze Derde Wereld-betutteling die wij kennen als ‘Toast Kannibaal’ veel teveel au sérieux nemen. Zoals de genaamde Walter Driesen, reisleider, die beweert dat de Ethiopische volksstam de Mursi door de VTM-ploeg zodanig werd gecorrumpeerd dat ze nu aan de rand van de antropologische afgrond staat. Terwijl die Mursi hun dagelijks dieet van ossenbloed en zand al jaren geleden hebben ingeruild voor een sandwich smos of een Big Mac op zijn tijd. Die weten al lang dat een speer enkel nog nuttig is als er met camera’s uitgeruste toeristen in de buurt zijn. Ze zullen eerder een iPod kopen dan een fonkelnieuwe inoxen ploeg om gindse droge akker mee te bewerken. Daar heeft VTM niets mee te maken. Ze zijn niet gek, die Mursi. Als ze nog zo primitief waren als de heer Driesen zich dat in zijn veel te romantische verbeelding, euh..verbeeldt, dan hadden ze die cameraploeg vanop 100 meter met speer en gifpijl neergehaald en zat men nu naar een herhaling van ‘Lily & Marleen’ te kijken in plaats van naar deze gênante cocktail van valse reality en misplaatste exotiek.
Ten vierde en – ik beheers me uit plaatsgebrek - ten laatste: Waris Dirie. Ik schroom niet te zeggen dat ik geen snars geloof van haar verhaal over de houding van de Brusselse politie en de onbekende taxichauffeur. Want dat zou betekenen dat ze een hopeloos wereldvreemd wezen is, iemand die er maar niet in slaagt om een hotel terug te vinden, om een politieagent iets duidelijk te maken, of om in de Europese hoofdstad Brussel een Engelssprekende persoon te vinden die haar wegwijs kan maken. Waris Dirie is, als ik goed ben geïnformeerd, VN-ambassadrice. Men mag dus verwachten dat ze enige diplomatieke basisvaardigheden beheerst. Zoals bijvoorbeeld ‘zich kenbaar en verstaanbaar maken’. Om het met René uit ‘Allo ‘Allo te zeggen: you stupid, stupid woman. (pdw)
COMEDY CASINO CUP 2008
De Comedy Casino Cup 2008, de tweede editie van Canvas' zoektocht naar stand up comedy talent in Vlaanderen, wordt binnenkort op gang getrokken. Wie in de voetsporen wil treden van Xander De Rycke, Philip Geubels en Iwein Segers mag zich stilaan beginnen opwarmen Er is weliswaar nog tijd zat - de eerste audities zullen pas na de zomer worden georganiseerd - maar een verwittigd man enz...Binnenkort meer info over hoe u zich kunt inschrijven.
woensdag, maart 05, 2008
Checkpoint Charlie
Ik heb er nooit een geheim van gemaakt dat ik een vakkundig gerolde joint op zijn tijd best weet te appreciëren. Nu mijn reguliere Gentse leverancier sinds vijftien jaar een paar weken met vakantie is ben ik nog een keer als vanouds de grens met Nederland overgestoken en heb ik een coffeeshop bezocht: Checkpoint Charlie in Terneuzen. Voor wie er nog niet is geweest: het betreft hier een combinatie van (alcoholvrij) café annex superette voor soft drugs. Aan vier snelkassa’s kan men zich diverse soorten hasj en weed naar keuze aanschaffen. Bij het binnenkomen krijgt men, net zoals bij sommige slagers, een volgnummer. Op een grote lichtgevende teller is te zien welk nummer aan welke kassa momenteel wordt bediend. Ik had nummer 425, de teller stond op 401.
Na mij kwam een Vlaams koppel van middelbare leeftijd binnen. C&A-kledij, enigszins bezorgde blik, duidelijk geen ervaren coffeeshop-bezoekers. Aan de man die aan de deur de volgnummers uitdeelt vroeg de vrouw wat er eigenlijk gebeurt als men op de terugweg naar België door de politie wordt tegengehouden en betrapt wordt op het bezit van softdrugs. ‘U kan maximaal 5 gram per persoon kopen, als de politie u controleert en hasj of weed in uw bezit vindt, dan zal u worden beboet en de waar zal in beslag worden genomen...’ Gerustgesteld dat het hier om een haast banale administratieve boete gaat en er dus geen Guantanamo Bay-achtige straf op het bezit van wat discutabel rookgerief staat, nam het koppel opgelucht het ‘menu’ door.
Kwamen ze iets kopen voor zichzelf, omdat ze dat ook eens willen proberen? Of voor een vriend of familielid dat een of andere nare aandoening heeft, de pijnverzachtende kwaliteiten van cannabis heeft ervaren maar er zelf niet durft of kan kopen? Of kwamen ze eens kijken waar hun kinderen hun marihuana halen? Het heeft maar een haar gescheeld of ik had het ze onbeschaamd gevraagd.
Ondertussen ging het vlot vooruit: nr 412 werd aan kassa 4 bediend.
Uiteraard waren er ook een tiental Fransen. Oogleden halfstok van het blowen, capuchons over het hoofd, luid gesticulerend, daarna met z’n zessen in een veelvuldig geblutste Renault R4 weer richting Rijsel. Het enige wat er nog aan ontbrak is een in kleurige neon uitgevoerde pijl op het dak met de tekst ‘drugtoeristen’. Ze zijn er werkelijk gemakkelijker uit te pikken dan een dwerg uit een NBA-basketbalploeg.
Een kwartier later zat ik weer in de auto, 40 euro lichter, vijf gram voortreffelijke hasj op zak. Genoeg voor pakweg twee weken alle dagen een joint of twee-drie. Bij het verlaten van de ruime betaalparking werd ik nog vriendelijk goeiedag gewenst door drie politieagenten die er ostentatief een oogje in het zeil hielden maar zich vooral leken te concentreren op het uitschrijven van parkeerbonnen. Men zou nochtans verwachten dat de politie de nummerplaten noteert van alle Vlamingen en Fransen die hier hun softdrugs kopen, om ze dan aan de grens op te vangen en te beboeten. Misschien doet de politie dat ook af en toe, maar ik werd in elk geval bij het terugrijden niet aan de kant gezet. Ik heb daar in Terneuzen ook geen enkele vorm van overlast waargenomen, maar het was dan ook middag. Misschien dat het er ‘s avonds heel wat drukker en rumoeriger toe gaat. Aan de andere kant: op weekdagen sluit de tent om 22.00u, in het weekend om middernacht.
Laten we elkaar niet verkeerd begrijpen: ik wil hier geen lans breken voor softdruggebruik. Noch wil ik coffeeshop Checkpoint Charlie in het zonnetje zetten. Ik wil wel een lans breken voor een verstandige en realistische aanpak van dit, nuja ‘probleem’. Wat is beter voor gebruikers en samenleving: een wettelijk geregelde en door de lokale overheid gecontroleerde verkoop in een goed gerunde coffeeshop zoals dat in Terneuzen gebeurt? Of louche straatdealers? Er zijn volgens mij geen prijzen te winnen met het verstrekken van het juiste antwoord.
Ik begrijp de bezorgdheid van de burgemeesters in Limburg, die zich geconfronteerd zien met de verhuis van Maastrichtse coffeeshops naar het grensgebied met Limburg. Maar als we hier eerlijk en kloekhartig over nadenken is het voor de overheid een fluitje van een cent om de verkoop van softdrugs ook in ons land te organiseren en bijgevolg: te controleren. Wie weet volstaan vijf minuten politieke moed om dit voor mekaar te krijgen. Repressie haalt immers geen fuck uit. Men kan net zo goed overspel criminaliseren. Blowen, net zoals naast de pot pissen, gebeurt elke dag, overal, door grote groepen mensen van alle leeftijden, uit alle lagen van de bevolking. (pdw)
Na mij kwam een Vlaams koppel van middelbare leeftijd binnen. C&A-kledij, enigszins bezorgde blik, duidelijk geen ervaren coffeeshop-bezoekers. Aan de man die aan de deur de volgnummers uitdeelt vroeg de vrouw wat er eigenlijk gebeurt als men op de terugweg naar België door de politie wordt tegengehouden en betrapt wordt op het bezit van softdrugs. ‘U kan maximaal 5 gram per persoon kopen, als de politie u controleert en hasj of weed in uw bezit vindt, dan zal u worden beboet en de waar zal in beslag worden genomen...’ Gerustgesteld dat het hier om een haast banale administratieve boete gaat en er dus geen Guantanamo Bay-achtige straf op het bezit van wat discutabel rookgerief staat, nam het koppel opgelucht het ‘menu’ door.
Kwamen ze iets kopen voor zichzelf, omdat ze dat ook eens willen proberen? Of voor een vriend of familielid dat een of andere nare aandoening heeft, de pijnverzachtende kwaliteiten van cannabis heeft ervaren maar er zelf niet durft of kan kopen? Of kwamen ze eens kijken waar hun kinderen hun marihuana halen? Het heeft maar een haar gescheeld of ik had het ze onbeschaamd gevraagd.
Ondertussen ging het vlot vooruit: nr 412 werd aan kassa 4 bediend.
Uiteraard waren er ook een tiental Fransen. Oogleden halfstok van het blowen, capuchons over het hoofd, luid gesticulerend, daarna met z’n zessen in een veelvuldig geblutste Renault R4 weer richting Rijsel. Het enige wat er nog aan ontbrak is een in kleurige neon uitgevoerde pijl op het dak met de tekst ‘drugtoeristen’. Ze zijn er werkelijk gemakkelijker uit te pikken dan een dwerg uit een NBA-basketbalploeg.
Een kwartier later zat ik weer in de auto, 40 euro lichter, vijf gram voortreffelijke hasj op zak. Genoeg voor pakweg twee weken alle dagen een joint of twee-drie. Bij het verlaten van de ruime betaalparking werd ik nog vriendelijk goeiedag gewenst door drie politieagenten die er ostentatief een oogje in het zeil hielden maar zich vooral leken te concentreren op het uitschrijven van parkeerbonnen. Men zou nochtans verwachten dat de politie de nummerplaten noteert van alle Vlamingen en Fransen die hier hun softdrugs kopen, om ze dan aan de grens op te vangen en te beboeten. Misschien doet de politie dat ook af en toe, maar ik werd in elk geval bij het terugrijden niet aan de kant gezet. Ik heb daar in Terneuzen ook geen enkele vorm van overlast waargenomen, maar het was dan ook middag. Misschien dat het er ‘s avonds heel wat drukker en rumoeriger toe gaat. Aan de andere kant: op weekdagen sluit de tent om 22.00u, in het weekend om middernacht.
Laten we elkaar niet verkeerd begrijpen: ik wil hier geen lans breken voor softdruggebruik. Noch wil ik coffeeshop Checkpoint Charlie in het zonnetje zetten. Ik wil wel een lans breken voor een verstandige en realistische aanpak van dit, nuja ‘probleem’. Wat is beter voor gebruikers en samenleving: een wettelijk geregelde en door de lokale overheid gecontroleerde verkoop in een goed gerunde coffeeshop zoals dat in Terneuzen gebeurt? Of louche straatdealers? Er zijn volgens mij geen prijzen te winnen met het verstrekken van het juiste antwoord.
Ik begrijp de bezorgdheid van de burgemeesters in Limburg, die zich geconfronteerd zien met de verhuis van Maastrichtse coffeeshops naar het grensgebied met Limburg. Maar als we hier eerlijk en kloekhartig over nadenken is het voor de overheid een fluitje van een cent om de verkoop van softdrugs ook in ons land te organiseren en bijgevolg: te controleren. Wie weet volstaan vijf minuten politieke moed om dit voor mekaar te krijgen. Repressie haalt immers geen fuck uit. Men kan net zo goed overspel criminaliseren. Blowen, net zoals naast de pot pissen, gebeurt elke dag, overal, door grote groepen mensen van alle leeftijden, uit alle lagen van de bevolking. (pdw)
Abonneren op:
Posts (Atom)